Gisteren de laatste chemo-toediening gehad. Feestje? Tussenstation? Opluchting of niet? Eigenlijk is het van alles wat. Het was in elk geval het vieren waard.
Na drie maanden bijna wekelijks infuus, bloedprikken, steeds belabberder worden, doorbijten en doorzetten, bank die bed werd, de trappen in huis die steeds hoger en langer leken te worden, de wereld steeds kleiner, word ik nu in het diepe gegooid. Mijn lichaam mag het nu verder zelf oplossen zonder wekelijkse controles, zonder all-inclusive verblijf op de zesde verdieping van het Grand Hotel Rijnstate en de wondermiddelen cisplatin en gemcitabine.
Eigenlijk mag deze mijlpaal pas over een week gevierd worden. Dan is de laatste kuur pas echt goed ingewerkt en hoef ik me voor de eerste keer niet te melden in het ziekenhuis. Ik ga het missen. Niet dat ik er vrienden heb gemaakt, maar het was wel mijn houvast. Mijn baken.
Terwijl ik dit schrijf voel ik me misselijk en zwak. Ik twijfel of het verstandig is om door te typen of toch maar weer te gaan liggen. Ik weet inmiddels dat ik me de zaterdagen en zondagen na elke vrijdagkuur ellendig voel, maar dat het normaliter vanaf de maandag weer bijtrekt, mits mijn bloed en weerstand op peil blijft. Dat was het niet de laatste weken.
Vorige week merkte een alerte verpleegkundige op dat één van mijn bloedwaardes dermate laag was dat dat verklaarde waarom ik me nauwelijks meer kon en wilde verplaatsen, de laatste energie op was. "Ik bespreek het met de zaalarts," zei ze. "Misschien is een bloedtransfusie wel verstandig." Ik schrok me dood. Een bloedtransfusie klinkt eng en levensbedreigend. Het kwam er toch van. Er werden twee zakjes bloedplasma aan het infuus gehangen. Op het eerste zakje een etiket met het nummer van de anonieme bloeddonor. De zakjes waren binnen een paar uur na bestelling "ingevlogen". Ik probeerde te ontdekken of ik kon achterhalen wie de donor was en wanneer het bloed was afgenomen. Ik zou bloemen sturen, kaartjes, bedankjes en de loftrompet blazen. Voor het eerst merkte ik aan den lijve hoe dankbaar ik was dat er mensen zijn die belangeloos hun bloed afstaan om anderen te helpen. En het hielp. Nog geen twee dagen na de transfusie voelde ik me beter dan de vele weken daarvoor. Bij de controle gisteren bleek dat de bloedwaarde nog steeds goed was en dat de transfusie dus geslaagd was. Dat ik me nu niet goed voel ligt aan de laatste chemo. Het bloed is verder goed. Ik moet even nog dit weekend doorkomen en dan zal ik me dagelijks beter gaan voelen. Weet ik, denk ik, hoop ik.
Over drie weken weet ik of de kuur aangeslagen heeft. Dan de volgende scan. Genezen zal ik niet. Maar er zit veel lucht tussen genezing en totale ellende. De oncoloog was een paar weken geleden hoopvol dat de kuur verder aan zou slaan en ik weer maanden (of -veel?-langer) zonder toenemende klachten vooruit kan. Daar ga ik voorlopig maar van uit. De wonderen zijn de wereld nog niet uit en hoop doet leven. Tegeltjeswijsheid helpt.
Reacties:
Wim Bouwman schreef op Maandag 31 augustus:
Ton ooit "Spartacus" genoemd bij je geboorte, en al het leed wat je nu hebt doorstaan geeft aan dat je die naam eer aan hebt gedaan!
Wim
Yolande schreef op Zondag 30 augustus:
Wat een aangrijpende Dagtaak, Ton. Weer. Toch piept je optimisme en je energie er weer doorheen. Over tegeltjeswijsheid gesproken:
Optimisme is de wonderbaarlijkste kuur voor een lang gezond en gelukkig leven
Theo Bouwman schreef op Zaterdag 29 augustus:
Mooi verslag van een reis door misschien niet de hel maar tenminste het vagevuur. Sterkte hoef ik je niet te wensen. Je bent al sterk
Ton schreef op Zaterdag 29 augustus:
Dank voor vele mooie reacties op Facebook!
De reactiemogelijkheden zijn gesloten.