"En wat doet u nu zo allemaal op een dag?" De vraag was vriendelijk bedoeld, maar bracht me in enorme verwarring. Ik had zelf contact opgenomen met de bedrijfsarts om haar op de hoogte stellen van mijn voortgang en om mee te delen dat ik het wel een goed idee vind om mezelf weer wat uurtjes productief te maken. Ook al was het gesprek telefonisch, ik had mijn beste overhemd aangetrokken, had me geschoren, een luchtje opgedaan en van te voren mijn stem geoefend; zowel de hoge als de lage klanken.
"Wat doet u nu zoal op een dag? Hoe brengt u uw dag door?" Omdat ik niet direct van wal stak, herhaalde ze de vraag. Nu wat strenger.
Tja wat doe ik op een dag. Wat zou ze allemaal willen weten? Hoe intiem mocht ik zijn, zou mijn antwoord consequenties hebben, zou ze het noteren en bewaren in mijn dossier, wat als ik onvolledig ben of zomaar wat aan rommel op een dag?
Van goed voorbereide en netjes aangeklede werknemer veranderde ik in een paar tellen in een stamelende en aarzelende patiënt. Ik merkte dat mijn stem ineens schor begon te klinken toen ik een aanvang maakte:"Ik sta op, maak koffie en kijk het nieuws online of in de krant. Daarna kijk ik of er mail is. Ik lees of puzzel wat en maak een ommetje om het blok. Soms kijk ik Netflix, soms zit ik wat voor me uit te staren." (Ik baalde van die laatste woorden, en probeerde het te herstellen): ".. en dan denk ik na over het leven, en het mijne in het bijzonder."
Ik voelde dat het gesprek de verkeerde kant op ging en was blij dat zij weer het woord nam: "En slaap je nog overdag?" Bijna euforisch en met overslaande stem zei ik iets te hard: "Nee, wel 's nachts!"
Zelfs in goede doen weet ik me zelden raad met vragen die tussen neus en lippen zijn gesteld, maar eigenlijk over de diepere zingeving gaan. Waartoe zijn we hier op aarde, doen we daar ook alles aan en is ledigheid niet des duivels oorkussen?
Na het gesprek wilde ik het liefst terugbellen en vertellen hoe ik mijn boekenkasten opnieuw had ingedeeld, dat ik nu de nieuwste roman van Jeroen Brouwers aan het lezen ben en dat ik me aan het storten was op de Caro Kann opening van het schaakspel. Dat ik mijn tijd nuttig besteedde, maar ook vond dat ik mijn nuttigheid weer met anderen moest delen.
"We zien het even aan tot eind april tot er weer een scan plaatsvindt en ben blij dat u weer wat taken wilt gaan oppakken," zo had ze afgerond. Het was al met al een goed gesprek geweest, al had ik van mijn kant meer verwacht.
Reacties:
Hans schreef op Dinsdag 7 april:
Prachtig en ook ik hou me weleens bezig met de nutteloosheid van het bestaan of der dingen, maar tegelijkertijd geven die overpeinzingen weer de kracht om door te gaan. Vooral ook omdat er zoveel liefde, warmte en geluk is om te blijven vasthouden en voor te werken!
Jeltje Wiersma schreef op Maandag 6 april:
Zo, eerst de som opgelost
De reactiemogelijkheden zijn gesloten.