"Ik leef nog." Dat was mijn eerste gedachte toen ik mijn ogen opende. Ik werd wakker in een kamer waar één muur geheel beplakt was met een foto van een heide in volle bloei, zoals ik zo vaak had gezien op de Posbank, bij Arnhem. Vanuit het niets kwamen liefdevolle mensen op me afgelopen geheel in het blauw gekleed: blauwe broek, blauwe overschoenen, blauw hemd, blauwe handschoenen en een blauwe muts. Ik herkende ze toen ze dichterbij waren. Mijn vrouw, mijn dochter en mijn zoon. Ze waren meer ontdaan dan ik. Ik geneerde me dat ik wel een ijsje kreeg en zij niet.
Meer dan acht uur was er aan me gesleuteld, geknipt, gesneden, en geplakt. "'t Betere loodgieterswerk," had de uroloog me verteld. "Slopen en opnieuw aansluiten." Hij was duidelijk niet van het pappen en nathouden. Rigoureuze oplossingen moesten er komen voor mijn aandoening. Hij had nog niet net gezegd: "Op hoop van zegen."
Toch voelde het zo. In bedekkende termen hadden we rond de Kerst al rekening gehouden met het ergste. Het zag er niet goed uit, er hadden al twee operaties plaatsgevonden. Begin januari de derde en toen die ook niet tot het gewenste resultaat leidde er nog maar één bovenop. Vijf februari 2020. Onze trouwdag. Tien jaar nadat we met veel champagne luid zingend in groot gezelschap "Into my arms"van Nick Cave voor de zoveelste maal zongen en dansten. Steeds valser maar mooier en ontroerender.
"Ik leef nog steeds." Ik heb mijn leven lang verkondigd dat ik 109 zou worden. Een stoere kanker die me dat zou ontnemen. Nu telde ik de laatste twee maanden niet meer in jaren, maar in dagen. En soms van dag tot maand. Uitslagen duren soms lang. Oefenen in geduld. Niet mijn sterkste eigenschap. En nog steeds blijft het wachten. Pas over een week of twee zal er duidelijkheid zijn of er voldoende "gesloopt" is, of dat er nog resten zitten die ongewenst zijn. Wachten en ondertussen herstellen.
Vier dagen na de operatie was ik een hele Piet. Ik kon lopen, traag en schuifelend, maar lopen. Ik was al vier dagen gewend aan een kunstmatige uitgang voor plasjes, en dat moest voldoende zijn. Ik besloot de cateringdame te helpen met het tappen van kopjes cappuccino voor mede-patiënten en was de held van de kamer en de 15 meter gang tot het apparaat. Per keer nam ik de rondetijden op en die werden steeds sneller. De arts zag het en vond het tijd mij naar huis te sturen: "Daar herstel je het snelst en je weet nooit wat voor virussen je hier op kunt doen. Spullen pakken en bellen, we zien je binnenkort op de poli!"
Tot de lift ging het nog. Eenmaal beland in de grote benedenruimte van het ziekenhuis merkte ik dat de veiligheid van 20 vierkante meter nog zo gek niet was. Ik vroeg om een rolstoel, mijn zoon had de tassen meegenomen en was de auto gaan halen. Ik wist niet of ik achteraf zo blij moest zijn met mijn ridicule acties om voor koffieheer van de afdeling te spelen.
Thuis kwam de pijn. De verzorging van het drainage-systeem. Het nadruppelen (bleek later wondvocht te zijn) waardoor ik me een oude incontinente man van 109 voelde. Obstipatie. Krampen. Zelf spuiten moeten zetten. Constante onzekerheid of ik niets mankeerde, en kreeg de behoefte om, net zoals in het ziekenhuis, meerdere malen per dag bezocht en gecontroleerd te worden door deskundig personeel. "Pilletje, mijnheer Dagtaak?"
Aankomende week tik ik de "2 weken na de operatie aan". Ik had gehoopt wat normale kleren aan te kunnen. Zover is het nog niet. Tokkie-trainingsboeken zitten toch het lekkerst en het meest comfortabel.
Ik snak er ook naar weer wat werkzaamheden te verrichten, mijn studenten te zien, weer een boekje te maken. Ik weet dat ik geduld moet hebben. Eerst wachten op de uitslagen en me tevreden stellen met het feit dat ik er inderdaad nog ben.
Geduld. Wachten. Zo is het leven. Wat heb ik een respect gekregen voor iedereen die hetzelfde of erger heeft meegemaakt. Klagen mag. Maar velen doen dat niet of af en toe binnenskamers. En ik? Ik word 109 al moet ik de arts er aan zijn haren bijtrekken!
(wordt vervolgd)
De foto boven is van de DaVinci robot waarmee de laatste operatie is uitgevoerd. Nieuwsgierig naar de werking (niet eng!),
zie filmpje.
Reacties:
Gèrina van der Gugten schreef op Woensdag 19 februari:
Hoi Ton, Als ik niet wist wat akelig het allemaal is voor jou, zou ik denken dat ik een spannende detective aan het lezen was. Zo fantastisch geschreven weer. En het wordt vervolgd.... Dat is zeker!
Hans van Luijn schreef op Dinsdag 18 februari:
Hoi Ton, wat een mooie weergave van een hoop ellende en wat een positieve draai aan het geheel! Hou vol
Ton.van Eck schreef op Dinsdag 18 februari:
Hoi Ton,
Wat een verhaal, helaas herken ik er veel van.
Maar een ieder ervaart het anders, blijf vertrouwen op de deskundigheid van de behandelde artsen.
Nu eerst weer wat aansterken en werken aan een volledig herstel, wat je zeker gaat lukken!
Groet Wim & Rina
Jack schreef op Dinsdag 18 februari:
Neefje...Wat heb je je gevoelens en alles eromheen mooi beschreven.
Ik ben trots op je!
Kees Lagerwaard schreef op Dinsdag 18 februari:
Oh Ton, wat kun je nog steeds prachtig schrijven. Dan komt het verder ook weer helemaal goed.
Beterschap, Kees
De reactiemogelijkheden zijn gesloten.